Observatie mondelinge taalvaardigheid

1.2.7 Observatie mondelinge taalvaardigheid

Omschrijving

Het observeren van mondeling taalgedrag van de leerling.

Toelichting

Voor jonge kinderen is een aantal observatieprogramma's ontwikkeld, waarvan taal altijd deel uitmaakt. Twee voorbeelden:

De Taalkijkwijzer
Hierin worden de taaldoelen (zoals omschreven in het Referentiekader vroege tweede taalverwerving en de Tussendoelen beginnende geletterdheid) gekoppeld aan de praktijk. Zo kunnen leerkrachten in de VVE bepalen of een kind bepaalde doelen heeft bereikt. In dit instrument worden ook handvatten gegeven voor gerichte interventies.

De Taallijn
Hierin wordt gebruikgemaakt van diverse observatiesystemen om de taalontwikkeling van peuters en kleuters vast te kunnen stellen. Zo worden de Cito-toetsen gebruikt en daarnaast de CombiList (Damhuis e.a. 2004). In de CombiList worden drie elementen in gesprekken onderscheiden: taalaanbod, taalproductie en feedback.

Dit type instrumenten zal een leraar vooral inzetten wanneer met een leerling iets bijzonders aan de hand lijkt. Gedrags- en concentratieproblemen of opvallend taalgebruik kunnen bijvoorbeeld wijzen op een taal(ontwikkelings)stoornis. Veelal zal een leraar dan al in een vroeg stadium deskundige hulp inschakelen, bijvoorbeeld van een logopedist.

Zie ook

Toetsen mondelinge taalvaardigheid.