Tekstbespreking

6.2.4 Tekstbespreking

Omschrijving

Een bespreking van de leerlingtekst, gericht op het vergroten van de stelvaardigheid van de leerling.

Toelichting

Een belangrijke taak van de leraar is het bespreken van tekst die de leerling heeft geschreven. Dit kan op verschillende momenten plaatsvinden:
- als de leerling nog aan het schrijven is (hulp tijdens het schrijven);
- als een eerste (klad)versie klaar is;
- als de eindversie klaar is (aan het eind van het schrijfproces).

De tekstbespreking is geen beoordeling. Het is een gesprek met de leerling over de tekst (het product) en over de manier waarop de leerling aan het werk is (het proces). De opmerkingen van de leraar over de tekst ondersteunen de leerling bij het reflecteren op zijn eigen schrijfgedrag. Zij hebben steeds tot doel de leerling vooruit te helpen bij het schrijven van de besproken tekst en bij het schrijven van toekomstige teksten.

Vuistregels voor de tekstbespreking zijn:
- Begin een tekstbespreking altijd met positief commentaar.
- Prijs de tekst op aanwijsbare kwaliteiten en geef geen algemene oordelen.
- Stel de schrijver vragen over zijn tekst en over zijn schrijfproces.
- Stel vragen en geef reacties vanuit je positie als lezer.
- Stuur de schrijver met je vragen naar het zelf bedenken van oplossingen.
- Zorg ervoor dat de tekstbespreking suggesties voor het herschrijven van de tekst oplevert.

Leerlingen kunnen ook worden ingeschakeld bij de tekstbespreking. Zij bespreken dan elkaars teksten (peer respons). De leraar heeft in dat geval de taak de leerlingen vertrouwd te maken met het hanteren van genoemde vuistregels. Dat kan hij bijvoorbeeld doen door middel van modeling.

Zie ook

Reflecteren op schrijfgedrag; reviseren; didactisch model stelles; modeling bij stellen.